Intro: A }x8 C – D – A
A C – D – A
gisteren was ik nergens
en vandaag weer hier
in het midden van de dingen
A
nu tel ik weer voor vier
Refrain:
C D E A
wat een vrouw wat een vrouw niet kan doen
C D E A C – D – A
wat een vrouw wat een vrouw niet kan doen
A C – D – A
gisteren lag ik in diggels
nu kan ik niet meer stuk
ik kon nergens meer om lachen
A
nu kan ik janken van geluk
Refrain:
C D E A
wat een vrouw wat een vrouw niet kan doen
(Brug) D
ze kan je laten zweven als jenever
C G C (C – B – Bb – A)
en laten vallen als een steen
D
ze kan een man maken en breken
G – A
ze kan het allemaal zoals een vrouw alleen
A | C – D – A
(Brug) D
ze kan je laten zweven als jenever
C G C (C – B – Bb – A)
en laten vallen als een steen
D
ze kan een man maken en breken
G – A
ze kan het allemaal zoals een vrouw alleen
A C – D – A
gisteren was ik nergens
en vandaag weer hier
in het midden van de dingen
nu tel ik weer voor vier
C D E A A – outro
wat een vrouw wat een vrouw niet kan doen x5
A C – D – A
gisteren was ik nergens
en vandaag weer hier
in het midden van de dingen
A
nu tel ik weer voor vier
Refrain:
C D E A
wat een vrouw wat een vrouw niet kan doen
C D E A C – D – A
wat een vrouw wat een vrouw niet kan doen
A C – D – A
gisteren lag ik in diggels
nu kan ik niet meer stuk
ik kon nergens meer om lachen
A
nu kan ik janken van geluk
Refrain:
C D E A
wat een vrouw wat een vrouw niet kan doen
(Brug) D
ze kan je laten zweven als jenever
C G C (C – B – Bb – A)
en laten vallen als een steen
D
ze kan een man maken en breken
G – A
ze kan het allemaal zoals een vrouw alleen
A | C – D – A
(Brug) D
ze kan je laten zweven als jenever
C G C (C – B – Bb – A)
en laten vallen als een steen
D
ze kan een man maken en breken
G – A
ze kan het allemaal zoals een vrouw alleen
A C – D – A
gisteren was ik nergens
en vandaag weer hier
in het midden van de dingen
nu tel ik weer voor vier
C D E A A – outro
wat een vrouw wat een vrouw niet kan doen x5